Menu
Wratten zijn het resultaat van een virus infectie heeft zeer vervelende en lelijke plekjes tot gevolg
Er bestaan verschillende soorten wratten, steelwratjes (fibromen), ouderdomswratten (Verruca Seborrhoica) en de gewone wratjes (Verruca Vulgaris) die men vaak op de handen en voeten ziet. Wratten worden veroorzaakt door een virus. Ze zijn onschuldig en verdwijnen meestal vanzelf zonder littekens. In sommige gevallen kun je er echter last hebben, zoals bij wratten onder je voetzolen. Ook om esthetische redenen, kun je ervoor kiezen om je wratten te laten verwijderen.
Om wratten te laten verdwijnen zijn er talloze middelen in de handel die soms wel en soms niet werken. Het zelf behandelen van wratten is echter zeer lastig en veelal niet effectief omdat het voorbereiden vaak wordt vergeten en de behandeling vaak moet worden gedaan.
Gewone wratten (verruca vulgaris) zijn verheven, bloemkoolachtige uitgroeisels van de huid. Deze wratjes zijn besmettelijk, ze worden doorgegeven via direct lichamelijk contact met een persoon die wratten heeft. Ze komen voornamelijk voor op de vingers, handen of op de voetzool. De wratjes op de voetzool loopt je waarschijnlijk op via geïnfecteerde huidschilfers en stukjes wrat door op blote voeten in gemeenschappelijke ruimtes, zoals kleedkamers en sauna’s, rond te lopen. Meestal zijn er meerdere wratten tegelijk aanwezig. Deze gewone wratten komen veel voor, het meest in de leeftijdsgroep tussen 12 en 16 jaar.
De ouderdomswrat (Verruca Seborrhoica) is de meest voorkomende vorm van een goedaardige verhevenheid op de huid. De wrat verschijnt meestal als een bruin, zwarte wratachtige plek op de huid, maar kan ook huidkleurig zijn. Verruca Seborrhoica zijn licht verheven en kunnen ruw aanvoelen en schilferen. Ze komen voornamelijk voor op het gezicht en de romp, maar kunnen op het gehele lichaam ontstaan.
Een steelwratje (fibroom) is een goedaardige verhevenheid die is opgebouwd uit bindweefsel. De meest voorkomende fibromen zijn de zogenaamde weke fibromen. Deze bevinden zich meestal in de hals, onder de oksels, in de liezen en op het bewegende ooglid. In mindere mate komen de harde fibromen voor. Deze bevinden zich vooral op de armen en benen en voelen aan als harde bultjes onder de huid.
De huid bestaat uit verschillende lagen: de opperhuid, de lederhuid en het onderhuidse vetweefsel. Omdat de wratten enkel in de bovenste laag van de huid (de opperhuid) verankerd liggen, kunnen ze eenvoudig van de huid worden geschraapt met een zogenaamde ‘scherpe lepel’. Een verdoving is vaak niet nodig. Er blijft een klein schaafwondje over dat over het algemeen fraai geneest zonder een litteken achter te laten. Nadien is een pleister met een speciaal bloedstollend sponsje meestal voldoende. Voor de behandeling van heel vlakke ouderdomswratten in het gelaat wordt meestal vloeibare stikstof gebruikt. Hiermee worden de wratjes zeer kort bevroren en vallen zij na verloop van een aantal dagen er vanzelf af. Indien er veel ouderdomswratjes tegelijk verwijderd worden of bij grote wratten, kan verdoving soms toch nodig zijn.
De pleisters mogen een dag na de behandeling verwijderd worden. U mag dan ook weer gewoon douchen. Wel adviseren wij de huid goed te beschermen tegen de zon. Het is verstandig gedurende een half jaar na de behandeling het plekje te beschermen tegen de zon om verkleuring te voorkomen.
Indien de ouderdomswratten of fibromen er afgeschraapt zijn, is het resultaat direct zichtbaar. De genezing van het wondje duurt gemiddeld 1 tot 2 weken. Wanneer ze verwijderd zijn met behulp van stikstof, vallen de ouderdomswratten of fibromen er binnen enkele dagen af. In principe geneest de huid in beide gevallen zonder littekenvorming, al kan soms toch een wat lichter of donkerder plekje achterblijven.
Helemaal voorkomen kun je wratten niet, maar je kunt wel een aantal dingen doen om verspreiding te voorkomen:
Wil je graag wratjes laten verwijderen? Of wil je meer advies hierover? Neem dan gerust contact met ons op. We beantwoorden graag al je vragen en kunnen een gratis en vrijblijvend adviesgesprek inplannen. Tijdens het consult bespreek je samen met de arts een behandelplan. De behandeling kan direct aansluitend worden uitgevoerd.
